Foto
Categorieën
  • etymologie (78)
  • ex libris (80)
  • God of geen god? (182)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (249)
  • literatuur (41)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (95)
  • samenleving (234)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    10-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levend verleden

    Levend verleden

     

    Ik adem en verga langzaam

    in dit eenzaam gedeelde heden

    de dagen verglijden ongemerkt

    tot allengs vergeten jaren

    ik droom en denk en leef onverwist

    in mijn wazig aanwezig gewaande verleden

     

    ik breng mijn late dagen lijdzaam levend door

    in het afwezige gezelschap van verre levenden

    en de levendige nabijheid van de vele overledenen

    die me zwijgzaam aanspreken en toonloos toezingen

    overlevenden uit hun nu langgeleden heden

     

    ik leef ten langen leste gelaten ten einde toe

    en draal en droom en denk en dank

    innig verenigd in een erkentelijk herbeleven

    in het gezegend herlezen van hun ademloze woorden

    het droomverloren aanhoren van hun verstilde toonaarden

     

    in mijn tanend talmend leven

    schraagt hun onvergankelijk verleden

    nu in machtige gedachtestromen

    en statige stemmenkoren herrezen

    mijn hun dankbaar beleefde heden.

     

    Karel D’huyvetters, anno aetatis suae LXXIX°


    Categorie:poëzie
    07-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spectaculair

    Spectaculair

    Sinds mijn allerprilste kindertijd heb ik naar muziek geluisterd op apparaten. Mijn eerste ontdekking was een afgedankte koffergrammofoon en enkele heel breekbare schellakplaten met vrolijke deuntjes, op onze speelzolder. Het probleem was dat de veer die voor de aandrijving moest zorgen het natuurlijk begeven had onder de ‘opwinding’ van ons, de kinderen. Daarna was het een nieuwe radio die mijn Vader had gekocht en trots aan zijn kinderen toonde. Die hebben we gehad tot ik de puberteit al voorbij was. Een bandopnemer kwam er toen ik tien was, denk ik, en ik was toen al met klassieke muziek bezig, leende platen bij vrienden en kennissen en nam die dan op. Samen met mijn broer Raf luisterden we in bed naar Radio Luxembourg, The Station of the Stars op een mini-radiootje dat we van buren gekregen hadden in ruil voor onze hulp bij hun verhuizing. De vrijer van mijn zus was muzikant, en hij had een platenspeler die ik soms mocht gebruiken. Mijn tante Mie, de jongste zus van mijn Vader was ook muziekliefhebber, ze had een enorme radio met ingebouwde platenspeler en een aanzienlijke collectie klassieke langspeelplaten. Mijn jeugdvriend André hield van jazz en had een platenspeler met luidsprekers. Ik erfde zelf een oude platenspeler, die mijn peter Aimé, de broer van mijn Vader, inbouwde in een fraai houten kistje, hij was schrijnwerker. Toen ik naar Leuven ging, kocht ik met wat ik verdiend had als jobstudent een mooie Grundig draagbare radio. Toen ik pas getrouwd was, kochten we een Lenco platendraaier, en enkele jaren later kwam mijn eerste stereo-set er, een Leak versterker en tuner. Toen mijn laatste tante stierf, Alma, erfden we een leuke som, en toen kocht ik een betere stereo-installatie, een krachtige Phase Linear voorversterker, eindversterker en tuner, en twee B&W 802 luidsprekers die ik nog steeds heb en gebruik. Op aanraden van mijn jongste zoon Luk ben ik enkele jaren geleden overgeschakeld naar streaming, op Zen Mini Mk3, en dan kwam er ook een nieuwe versterker, een mooie Gato Dia 250.

    Mijn gehoor was ongemerkt slechter geworden, en toen dat uiteindelijk toch pijnlijk duidelijk werd, ben ik op zoek gegaan naar middelen om daaraan te verhelpen. Na wat gesukkel met equalizers ben ik overgeschakeld naar hoorapparaten, en dat was een grote verbetering: ik kon weer hoge tonen horen!

    Ik breng het grootste gedeelte van de dag door aan de PC, en ik heb altijd wel kleine monitors op mijn werktafel gehad. Enkele jaren geleden kocht ik een beter stel, Edifier R1700BTs, en daaraan beleef ik alle dagen veel plezier. Toen ik ze kocht, kon ik kiezen voor een model waarop je een sub-woofer kan aansluiten (s), en dat deed ik dan maar, zonder meteen aan die aanvulling te denken. Gisteren heb ik daar nu een sub-woofer van hetzelfde merk op aangesloten, de T5, en mensenlief, wat een verschil! Ik hoor nu lage klanken die ik voorheen helemaal niet hoorde. Allicht moet ik nog verder afstellen, om een natuurlijk geluid te krijgen, zonder dat de bassen de andere klanken overstemmen. Maar het resultaat is nu al spectaculair. Ik zocht eigenlijk een ander woord, want spectaculair slaat etymologisch op iets dat je kan zien, maar ik vind geen geschikte term uit de wereld van het horen om hetzelfde uit te drukken. De muziek klinkt anders, veel rijker, veel ruimtelijker, veel meer aanwezig.

    Nu besef ik dat ik al die jaren toch wel aspecten (weer zo’n slecht gekozen term) van de muziek heb gemist. Hoe dan ook heb je zelfs met heel goede apparatuur niet hetzelfde geluid als live, maar daar heb ik me altijd al bij neergelegd: ik luister uitsluitend op die manier naar muziek, omzeggens nooit live. Maar een relatief kleine toevoeging zoals die sub-woofer van amper € 129, gratis thuis geleverd, zorgt voor een verbluffend effect.

    Dat is ook een groot verschil met vroeger: muziekinstallaties zijn niet goedkoop, sommige zijn peperduur, onbetaalbaar voor gewone stervelingen. Ik ben daarin nooit heel ver gegaan, relatief gesproken. Maar de set die ik nu heb aan mijn werktafel is werkelijk spotgoedkoop: € 135 voor de twee luidsprekers, € 129 voor de sub-woofer, en het zijn actieve luidsprekers, ze hebben ingebouwde versterking, je hebt niets anders nodig. Ik stuur ze via bluetooth draadloos aan met mijn streamingdienst op de PC, en geniet de hele dag met volle teugen, de muziek heeft in mijn studeer- en werkkamer nog nooit zo goed geklonken. En dat voor een belachelijke prijs, minder dan 1/20 van die van mijn ‘grote’ set in de woonkamer.

    Zo zie je maar. Men kan perfect gelukkig zijn zonder sub-woofer, maar als je voor € 129 je muzikaal genot zo ‘spectaculair’ kan opvoeren, dan is er althans in mijn ogen, of liever: oren, geen enkele reden dat niet te doen.

    Edifier is een Chinees bedrijf. Vandaag is dat niet verwonderlijk, alles komt uit China. Hoe ze zo’n materiaal kunnen maken en het verkopen voor die prijs, dat gaat mijn begrip te boven. Maar dat zijn bedenkingen die niet van aard zijn om mijn muzikaal genot te bederven.


    Categorie:muziek
    20-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verrijzenis

    Verrijzenis

    Voor de eerste christenen, tweeduizend jaar geleden, was de verrijzenis geen mythe. Zij verkondigden dat Jezus van Nazareth, Christus, of ‘de Gezalfde’, waarlijk was opgestaan nadat hij recentelijk was gestorven. Er waren nog levende ooggetuigen van zijn dood, van zijn verschijningen nadien, en van zijn hemelvaart. Hij was als eerste verrezen, en allen die in hem geloofden zouden eveneens verrijzen. Meer nog: zij die in leven waren bij zijn imminente terugkeer zouden helemaal niet sterven, maar eeuwig leven. En ook de doden zouden verrijzen, en allen zouden geoordeeld worden, en samen voor eeuwig leven in een paradijselijke heilsstaat, maar wie niet in Christus geloofde, en de doden die zich schuldig gemaakt hadden aan misdaden, zouden voor altijd vernietigd worden.

    In het vurig begeerde vooruitzicht van die nakende wederkomst van de Verlosser leefden de christenen in de overtuiging dat het einde der tijden nabij was, dat zij het zelf nog zouden meemaken. Zij zouden de laatste generatie zijn, en dus was het zinloos om nog met voortplanting bezig te zijn. Aangezien volgens hen seks enkel daarvoor mocht dienen, en enkel binnen het monogame huwelijk, was onthouding van alle seksuele activiteit het ideaal dat aan allen voorgehouden werd.

    Toen dat einde der tijden uitbleef, werd het laatste oordeel en de algemene verrijzenis verschoven naar een heel verre en vage utopische toekomst. De realiteit van het dagelijkse leven drong weer tot iedereen door, en dus vanzelfsprekend ook alles wat met seksualiteit en voortplanting te maken heeft. Het bleek evident onmogelijk om iedereen algehele seksuele onthouding op te leggen, maar het christendom bleef volhouden dat het seksuele leven geordend moest verlopen, dat wil zeggen binnen het monogame huwelijk tussen man en vrouw, en enkel met het oog op de voortplanting. Dat sluit alle buitenechtelijke seks uit, ook homoseksualiteit en seks met kinderen. Maar ook binnen het huwelijk mocht seks niet altijd: niet als de vrouw al zwanger was, niet tijdens de menstruatie, niet tijdens de periode van de borstvoeding, niet op zon- en feestdagen, niet tijdens de vasten. Huwelijken tussen bloedverwanten mogen helemaal niet, en ook niet met aangetrouwde verwanten, die eveneens als incestueus beschouwd werden. Weduwen mochten niet hertrouwen.

    Om al die regels af te dwingen werden, naast de bestraffing van de ‘daders’, de meest buitenissige vreselijke gevolgen voorspeld voor kinderen geboren uit ongeoorloofde seksuele handelingen: miskramen, misvormingen, doofheid en stomheid, achterlijkheid, ziekelijkheid, melaatsheid, epilepsie, waanzin, bezetenheid van de duivel en boze geesten, en een vroege dood.

    Om te vermijden dat ongeoorloofde huwelijke zouden plaatsvinden, werd de ‘ondertrouw’ ingesteld: de namen van de toekomstige echtelingen moesten gedurende drie opeenvolgende weken afgeroepen worden tijdens de zondagsmis, en iedereen werd aangespoord om eventuele bezwaren meteen te melden, op straf van doodzonde. Zo wou men bijvoorbeeld incest vermijden tussen vondelingen onderling of met hun ouders.

    Een van de meest merkwaardige opvattingen ter zake was dat wanneer tweelingen geboren werden, de vrouw ipso facto beschuldigd werd van overspel, alsof een tweede man nodig was om een tweede kind tegelijk te verwekken.

    Het ongehuwde leven, of celibaat, meer bepaald een leven zonder seksuele activiteit, werd en wordt nog altijd als een na te streven ideaal voorgesteld, en tot het midden van de twintigste eeuw waren er vele religieuze organisaties met talrijke leden die dat als regel hadden, en de celibaatsverplichting geldt nog altijd voor alle katholieke priesters.

    In onze geseculariseerde westerse wereld lijken bemoeienissen van een kerkelijke overheid met de persoonlijke verhoudingen tussen mensen en met hun seksualiteit bijna hilarisch, als ze niet zo tragisch waren. Maar gedurende bijna tweeduizend jaar was dat wat de godsdienst deed, en dat is wat godsdiensten nog altijd doen. In de praktijk ging en gaat het er echter meestal anders aan toe: mensen blijven mensen.

    In een democratische samenleving wordt in overleg bepaald wat verboden is, en wat niet verboden is, is toegelaten. De bedoeling van de staat is immers de vrijheid van de burgers (Spinoza). Of men daarnaast wenst te geloven in een of andere vorm van onsterfelijkheid of verrijzenis, is een persoonlijke geloofsaangelegenheid, waarvoor echter zelfs volgens de godsdiensten redelijke argumenten volkomen ontbreken.

     


    Categorie:God of geen god?
    18-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goede Vrijdag 2025

    attende Domine et miserere

     

    ik heb gebeden

    zoals me werd geheten

    ze wisten zelf niet beter

    of wouden het niet weten

     

    holle frasen lege woorden

    gepreveld zonder zin

    die niemand verhoorde

    als was mijn woord te min

     

    ik heb gebeden en gezocht

    als kind en ook later

    toen bloed en rede in mij vocht

    met het verlangen naar een Vader

     

    het mocht niet baten

    hoe ik ook smeekte en vroeg

    om een woord een teken te laten

    een wenk was me genoeg

     

    maar zelfs dat was mij niet vergund

    ik wend me af in arren moede

    van wie me geen blik waardig gunt

    geen oren heeft naar mijn vrees of woede

     

    ik heb gebeden en bitter geweend

    me geweigerd geweten en verlaten

    om niet geen genade verleend

    aan mijn armzalige zelf overgelaten

     

    tot ik mijn rug heb gerecht

    opgestaan

    het gevecht

    ben aangegaan

     

    er was geen Vader en geen zonde

    wat men ook beweerde of beval

    er was alleen de diepe wonde

    de laffe leugen van de zondeval

     

    bevrijd van last van eeuwen

    kon ik koppig mijn eigen weg gaan

    mijn diepe onschuld uitschreeuwen

    geen mens kon me in de weg nog staan

     

    de hemel was leeg

    de aarde vervuld van belofte en pracht

    was wat ik zomaar kreeg

    de stralende zon in ruil voor de nacht

     

    Karel D’huyvetters

    Goede Vrijdag 2012

     

     

     

     

     

     

     


    Categorie:God of geen god?
    14-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Palmzondag

    MATTHEÜS ALS COLLAGEKUNSTENAAR

    Paul Claes

    Op Palmzondag lezen de christenen alom het verhaal van Jezus’ blijde intocht als een historisch relaas. Eigenlijk is het een collage van citaten uit de Joodse Bijbel.

    Ik citeer de versie van Mattheüs (21:6-9) in de Nieuwe Bijbelvertaling: De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’

    Lees het vervolg hier: https://vrijdenkers.weebly.com/paul-claes-mattheuumls-als-collagekunstenaar.html 


    Categorie:God of geen god?
    08-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gij zult niet doden

    Gij zult niet doden.

    De Tien geboden, of de Decaloog, gelden sinds mensenheugenis als de grondslag van de moraal. Dat was al zo voor het Joodse volk in de oudheid, en het christendom heeft met de Hebreeuwse Bijbel, als het Oude Testament, ook de tien geboden overgenomen.

    In hoofdstuk 20 van Exodus neemt Jahweh zelf het woord, bij monde van Mozes. In vers 13 zegt hij kort en bondig: ‘Gij doodt niet’. Dat gebod maakt deel uit van de regels die Mozes namens God aan zijn volk oplegt. Eerder al, in het verbond dat God met Noah sloot na de zondvloed, zegt God dat de mens weliswaar ‘al wat leeft en beweegt’ mag doden om zich te voeden, zoals met planten, maar het bloed van de geslachte dieren mag men niet tot zich nemen; het bloed wordt aanzien als het levensprincipe, de ‘ziel’. Vervolgens wordt een evidente uitzondering gemaakt op de toelating om alle dierlijke levende wezens te doden: mensen mogen niet gedood worden als voedsel, niet door andere dieren, en niet door andere mensen. God ‘eist het bloed op van elk levend wezen dat het bloed van een mens vergiet. Wie het bloed van een mens vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want de mens is geschapen naar Gods beeld.’ Een mens doden is een bijzonder schepsel Gods doden, namelijk het levend wezen dat God maakte naar zijn eigen beeld. Meteen is de toon gezet. God is de schepper, geboden worden uitgevaardigd door God. In Genesis doet hij dat nog zelf, in Exodus is het Mozes die de geboden aan het volk bekendmaakt, omdat het volk bevangen is door de vreze Gods.

    Als we die antieke literaire bronnen in nuchtere taal omzetten, zien we hoe mensen zich in een primitieve samenleving organiseren, en afspraken maken over de manier waarop ze met elkaar en met hun omgeving omgaan. De mens is een sterk geëvolueerde diersoort, en een aanzienlijk aantal van dergelijke dieren zijn carnivoren, hoewel ze een minderheid zijn in de dierenwereld, omdat plantaardig voedsel nu eenmaal uitbundiger en gemakkelijker beschikbaar is. Sommige dieren hebben door ervaring ontdekt dat dierlijk voedsel heel voedzaam is, en dus maken ze er jacht op, en doden andere dieren. Het is normaal dat mensen een uitzondering maken op de algemene regel dat dieren andere dieren doden om zich ermee te voeden: dieren mogen geen mensen doden om zich te voeden, dat is een menselijke maatregel om zichzelf te beschermen; die dieren zal men afmaken. Meteen zegt men om dezelfde reden ook dat mensen geen andere mensen mogen doden. Dat is niet zozeer een verbod op het doden van mensen, maar een verdediging van het eigen menselijke leven. Men wil verhinderen dat men door anderen gedood wordt, en dat wordt uitgedrukt in een uitzondering op de algemene regel dat dieren om zich te voeden andere dieren doden, en die geldt voor dieren en mensen: mensen mag men niet doden. Om die regel af te dwingen geldt als afschrikking tegen overtreding de hoogst mogelijke, de zwaarste straf: de dood, zowel voor mensen als voor dieren. Op die manier verhindert men recidive: mensen of dieren die een mens gedood hebben, zijn een gevaar waartegen men zich definitief moet beschermen.

    Lees het vervolg hier: gij zult niet doden - Vrijdenkers


    Categorie:samenleving
    01-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdenkers

    Om een leemte in het Nederlandstalige medialandschap op te vullen, start ik een online tijdschrift en website op onder de titel Vrijdenkers.

    Vrijdenkers wil als ongebonden online tijdschrift en website belangeloos aandacht besteden aan vrijdenken, atheïsme, vrijzinnigheid, ongeloof, antiklerikalisme, materialisme en verwante thema’s, onder de vorm van artikels, opiniestukken, recensies, links naar andere websites en een bibliografie.

    De website is online: Vrijdenkers, online tijdschrift en website/.

    Teksten en suggesties voor alle rubrieken zijn welkom.

    Wie het initiatief genegen is, kan vermeld worden in de lijst van sympathisanten. 

    Contact: vrijdenkers-online@telenet.be 


    Categorie:God of geen god?
    26-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    Vandaag verschijnen de eerste twee delen uit de nieuwe serie Vrijdenkers. Het eerste deel is het hoofdwerk van Ludwig Feuerbach, nu voor het eerst in het Nederlands vertaald: Het wezen van het christendom. Daarnaast verschijnt het tweede deel, ook voor het eerst in het Nederlands vertaald: John Stuart Mill met Drie essays over godsdienst.

    Vrijdenkers is een nieuwe reeks vertalingen van historisch belangrijke en invloedrijke teksten over het denken over de verhouding tussen mens, God, religie en staat. 
    In april - de Maand van de Filosofie - zal deel 3 verschijnen: David Hume - Gesprekken over de natuurlijke religie

     

     

     

     

    Vandaag verschenen!

    Ludwig Feuerbach - Het wezen van het christendom

    Vertaald door Karel D’huyvetters
    Inleiding Johan Braeckman
    Gebonden boek met leeslint
    ISBN: 9789463404259 I 208 pagina's I €29,90
    Deel 1 in de serie Vrijdenkers

    Heeft God de mens geschapen? Of heeft de mens God geschapen? Dat is de centrale vraag in Het wezen van het christendom (1841), het hoofdwerk van de Duitse filosoof Ludwig Feuerbach. Dit boek wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste en invloedrijkste godsdienstkritieken in de moderne filosofie. Hierin benadert hij religie vanuit een humanistisch perspectief en onderzoekt hij het idee dat goddelijkheid een uiterlijke projectie is van onze idealistische menselijke aard. Feuerbachs scherp geformuleerde standpunten waren van enorm belang voor de ontwikkeling van de moderne menswetenschappen. Het werk heeft grote invloed gehad op onder anderen Marx, Nietzsche, Freud en Darwin.

    De boekpresentatie van Ludwig Feuerbach - Het wezen van het christendom zal op 6 mei plaatsvinden. Voor meer informatie KLIK HIER.

     

     

     

     

    Vandaag verschenen!

    John Stuart Mill - Drie essays over religie

    Vertaald door Karel D’huyvetters
    Inleiding Cor Hermans
    Gebonden boek met leeslint
    ISBN: 9789463404266 I 208 pagina's I €29,90
    Deel 2 in de serie Vrijdenkers

    John Stuart Mill, filosoof, politiek econoom en ‘feminist’, was een van de invloedrijkste denkers van de negentiende eeuw. Zijn Drie essays over godsdienst bieden een uitgebreide en boeiende analyse van het verschijnsel religie. Hij behandelt hierin onder andere zaken als ‘intelligent design’, leven na de dood en het nut van religie. Ook geeft hij een reeks argumenten voor het bestaan van God en waarom monotheïsme beter in dan polytheïsme. Het geheel mondt uit in een kritiek op de traditionele kijk op religie en leidt tot een Religie van de Mensheid.
    De Drie essays over godsdienst zijn postuum gepubliceerd door zijn stiefdochter, omdat Mill de reactie van de kerk vreesde. De lezer zal ontdekken dat Mills essays vandaag de dag nog net zo relevant en prikkelend zijn als ze waren voor zijn tijdgenoten. De essays verschijnen nu voor het eerst in Nederlandse vertaling.

     

     


    Categorie:ex libris
    17-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koekoek!

    Het is stilaan lente en de vogels in de tuin zijn druk in de weer. Ze zingen vrolijk om maatjes te lokken of hun territorium af te bakenen, ze eten zich dik in de insecten die nu ook weer tevoorschijn gekomen zijn en ze bouwen hun nesten met dorre twijgen en gras. Ongetwijfeld paren ze ook uitbundig, maar het zijn discrete dieren, geen exhibitionisten, ze doen het onopvallend.

    Ik heb de koekoek nog niet gehoord dit jaar, maar ongetwijfeld is die ook weer present. Bij de vermelding van die vogel verschijnt er een glimlach om onze lippen: het is een vogel met een reputatie. Maar wat houdt die precies in? Dat de vrouwelijke koekoeken hun eitjes leggen in het nest van andere vogels, dat is alom bekend. Op die manier moeten ze zelf geen nest bouwen, noch hun jongen voeden en verdedigen. Dat is inderdaad wat er gebeurt, maar het is verre van het hele verhaal en het gaat ook niet op voor alle koekoeken. Laten we er eens wat dieper op ingaan.

    In het Frans gebruikt men de naam van de koekoek, een evidente klanknabootsing of onomatopee, ook voor gelijksoortig menselijk gedrag. Cocu is dan de bedrogen echtgenoot, coucou is de bedrieger. In het Engels noemt men beide cuckold, en to cuckold is eveneens het werkwoord in beide gevallen: iemand seksueel bedriegen of, in de passieve vorm, bedrogen worden. De oorsprong ligt natuurlijk bij het ‘vreemdgaan’ van de koekoek. Maar ergens klopt er iets niet.

    Het is namelijk het koekoekswijfje dat haar ei in een vreemd nest legt, terwijl bij de mensen het mannetje zijn zaadcellen deponeert bij een ander wijfje dan zijn vaste partner en zich zo eveneens ontrekt aan zijn ouderlijke plichten. Het koekoekswijfje gaat dus helemaal niet vreemd, het paart met haar partner van dat ogenblik en bespaart hem (en zichzelf) de inspanningen van het nest bouwen, broeden, voeden en beschermen van de jongen. Bij de mens ontsnapt de man wel aan de lasten van zijn lusten, maar het vrouwtje niet: zij draagt haar kinderen en verzorgt ze, van wie ze ook zijn, op trieste uitzonderingen na.

    De reputatie van de koekoek als een vogel die vreemdgaat is dus onterecht. Het is ook niet zo dat koekoekswijfjes met verschillende mannetjes zouden paren, zoals de legende wil: het gaat om seizoens- of broedpartners, zoals bij de meeste vogels. Ze zijn dus monogaam, of monogaam in opeenvolgende, niet overlappende relaties. Anderzijds zijn de koekoeksmannetjes, zoals de meeste andere dieren, niet vies van enige buitenechtelijke seks. Die spreiden hun genen over verschillende nesten, terwijl ze er toch maar één moeten onderhouden. Een ander voordeel is, dat er zo meer kans is dat hun genen overleven wanneer een nest geroofd wordt, als ze nog eitjes bevrucht hebben in een ander nest.

    Het zijn dus de mannetjes die vreemdgaan, al kan je natuurlijk niet op je eentje vreemd gaan, er is ook altijd een ander vrouwtje mee gemoeid, maar het initiatief gaat uit van het mannetje. De Franse en Engelse verwijzing naar de koekoek voor vreemdgaan slaat dus veeleer op het gedrag van mannetje dan op het deponeren van het koekoeksei in een vreemd nest. Maar de mannelijke koekoek doet dat zeker niet meer dan andere dieren. Er is dus een onterechte overdracht gebeurd van de opvallende vaste gewoonte van de vrouwtjes naar de veeleer occasionele en dus ‘normale’ activiteit van de mannetjes.

    Er is een belangrijk genetisch verschil tussen buitenechtelijke voortplanting en het leggen van een ei in een vreemd nest. In het eerste geval is er een spreiding van de mannelijke genen over verscheidene vrouwtjes van dezelfde soort. In het tweede geval niet. Het ei wordt gelegd bij vogels van dezelfde soort of bij die van een totaal andere soort, daarover later meer. De gelijkenis is, dat in beide gevallen een ‘vreemdeling’ wordt geïntroduceerd in een familie, een van dezelfde soort maar die genetisch verschillend is, of een die tot een gans andere soort behoort.

    De koekoek is ook niet de enige vogel of het enige dier dat zijn eieren aan anderen toevertrouwt; men noemt dat broedparasitisme. Er zijn ook insecten en vissen die dat doen.

    Er zijn vogels met koekoekgedrag, dus vogels die hun eieren leggen in het nest van andere soorten, over heel de wereld. Het is een evolutionaire ‘afwijking’ die dus herhaaldelijk onafhankelijk is ontstaan op verschillende plaatsen, wellicht zes of zeven keer in totaal als we het hebben over obligaat broedparasitisme tussen verschillende vogelsoorten. Hoe dat gebeurd is, laat zich raden. Het gaat niet om iets dat een vogel leert van zijn ouders, het is geen imitatiegedrag, geen Lamarckiaanse of culturele aanpassing, maar een genetische, waarbij de informatie via de voortplanting wordt overgedragen. Er moeten dus vogels geweest zijn die een afwijking vertoonden die hen ervan weerhield zelf een nest te bouwen. Wellicht misten zij het gen of de combinatie van genen die bij hun soort automatisch leidde tot nest-dragen en -bouwen. Wanneer zij dus letterlijk met een ei zaten, hadden zij geen andere keuze dan het nest van een andere vogel te gebruiken.

    We moeten dus voorzichtig zijn en de koekoek geen bedoelingen toedichten die zij niet heeft. Het is niet uit gemakzucht dat zij geen nest bouwen en zelf hun jongen grootbrengen: ze missen gewoon de genetische aanleg, ze kunnen het niet. Wellicht is het begonnen met een foutje in de code voor het nestbouwen, maar ook het zo essentiële en zo sterk ingebakken voedings- en zorginstinct ontbreekt. Dat kan weg geëvolueerd zijn omdat het nutteloos geworden was voor de soort: de jongen kregen hun voedsel van anderen. Een instinct dat geen doel meer heeft, verdwijnt evolutionair omdat het een nadeel oplevert in de strijd voor het overleven.

    Vogels die zelf geen nest bouwen en hun jongen niet zelf moeten voeden en beschermen, hebben een evident voordeel: ze hebben meer tijd om zichzelf te voeden en zijn dus fitter om zich zoveel mogelijk voort te planten. Ze zijn niet afgeleid door de zorg om hun nageslacht.

    Het is niet zo dat alle exemplaren van een soort aan obligaat broedparasitisme doen. Er zijn 56 soorten koekoeken op het Oude continent en drie in de Nieuwe Wereld die zich enkel op die manier voortplanten, maar er zijn talrijke soorten die dat combineren met ‘normaal’ nestgedrag. Zij bezitten dus genetische coderingen die hen toelaten een eigen nest te bouwen, maar ook restanten van het genetisch materiaal dat hen instinctief drijft naar het leggen van hun ei in een vreemd nest. Het kan ook dat sommige vogels van een soort parasiteren, terwijl andere dat niet doen.

    Koekoekseieren zijn erg stevig, ze hebben een dubbele beschermende kalklaag en kunnen dus op een diefje gelegd worden zonder te breken. Het is essentieel dat het koekoeksei sneller uitgebroed is dan dat van het (verplichte!) gastgezin. De jongen groeien ook sneller dan die van het gastgezin. Bovendien verwijdert het koekoeksjong instinctief de andere jongen en meestal ook de andere eieren uit het nest van zodra het geboren is. Ook dit is aangeboren gedrag, het is niet aangeleerd of zelf bedacht.

    Sommige soorten worden geboren met een speciaal instrument, dat na enkele dagen afvalt. Het jong imiteert perfect de voedselkreet van de soort waar het gedeponeerd is en vertoont ook de typische kleur aan de binnenkant van de bek, die de ouders aanzet om voedsel te leveren. Vaak zijn die signalen nog extra versterkt. Sommige koekoeksjongen vertonen die hevige signaalkleuren zelfs aan de binnenkant van hun vleugels, zodat ze eruitzien als een heel nest jongen en dus nog meer voedsel krijgen.

    Er zijn koekoeken die hun eieren leggen in het nest van verschillende soorten, soms tot meer dan 200 toe, terwijl andere vast verbonden zijn aan een bepaalde soort. In het eerste geval zien de koekoekseieren er meestal anders uit dan die van de gastsoort en zijn ze onopvallend donker gekleurd, zodat ze ontsnappen aan de aandacht en als het ware tersluiks mee uitgebroed worden. In de andere gevallen zijn de eieren vaak goed tot uitstekend aangepast qua kleur en vlekkenpatroon aan de eieren van de gast.

    Het is niet duidelijk op welke basis een koekoek zijn gastgezin selecteert: hoe herkent een koekoek een gezin waarin zijn ei het meest kans maakt om aanvaard en uitgebroed te worden? Aan de pluimage en de vorm en het gedrag van de gastvogel? Aan het nest? Aan de aanwezige eieren? Hebben ze als jong een beeld van hun gastmoeder en –vader opgeslagen? Is het de omgeving? Is er een genetische vastgelegde voorkeur?

    Merkwaardig is dat de eieren van de koekoek kunnen verschillen in afmeting van die van de gasten, soms zelfs aanzienlijk. De gastvogels aanvaarden grote tot zelfs zeer grote eieren die er voor de rest eender uitzien als hun eigen. De redenering is dat ze geen negatieve reactie hebben tegen een ei dat groter is, omdat groter zijn in principe een goede eigenschap is. Zo was er onlangs een verhaal over eenden die men liet broeden op eieren van de juiste kleur, maar die vele keren groter waren dan de vogel zelf…

    Er zijn ook gevallen waarbij de koekoek eieren van het gastgezin vernielt of verorbert. Soms is dat één ei, of zoveel eieren als de koekoek er zelf bij legt. Dat veronderstelt dat de koekoek ‘weet’ dat de gast kan tellen en dat is ook zo bij sommige soorten. Soms worden sommige of alle eigen eieren van de gasten vernietigd, of beter nog: verborgen in de omgeving om geen sporen na te laten die het gastenpaar zouden kunnen afschrikken en hun nest opgeven.

    Soms legt een koekoek één parasietei in een nest, soms meer. Soms leggen verschillende koekoekswijfjes een ei in hetzelfde gastnest.

    Er is dus een uiterst complexe nauwkeurige evolutionaire aanpassing van de ene parasiterende soort aan de geparasiteerde andere soort. Als de gasten niet kunnen tellen, hoeft de parasiet ook niet te kunnen tellen. Als de gasten geen kleuren kunnen onderscheiden, heeft de parasiterende soort ook geen belang bij het aanpassen van de eigen eieren enzovoort.

    Let wel, ‘aanpassen’ moet je hier evolutionair verstaan. Vanzelfsprekend kunnen de parasieten hun eieren niet zelf aanpassen met verf en borstel. In de loop van een lange evolutie is het zo dat eieren die wegens een genetische variatie meer lijken op die van het gastgezin meer kans hebben om uitgebroed te worden. Als dat lang genoeg doorgaat, krijg je op de duur eieren die perfect die van het gastgezin imiteren.

    Eigenaardig is het dat in tegenstelling met de eieren, de jongen altijd zo aanzienlijk verschillen van die van de geparasiteerde vogelsoort, zowel qua uitzicht als in afmetingen. Sommige gasten zijn zo klein dat ze op de schouders van hun koekoeksjongen moeten gaan staan om ze te voeden. Zien ze dat dan niet? Natuurlijk zien ze dat. Als ze eieren kunnen onderscheiden, kunnen ze ook jongen uit elkaar houden. Maar ze zijn genetisch aangepast aan het voeden van jongen in het nest en reageren op de roep en het gedrag van het jong, hoe verschillend het er voor de rest ook uitziet. De grootte is, zoals gezegd over de eieren, geen argument.

    Er zijn geparasiteerde soorten die zich aangepast hebben aan de frequentie van de aanwezigheid van parasieten zoals de koekoek. Als er veel koekoeken in de omgeving zijn, is de kans op een koekoeksei groot en dan verwijderen de gasten zoveel mogelijk alle verdachte eieren. Daarbij sneuvelen er allicht ook enkele eigen eieren, maar dat is een (evolutionair) berekend risico. Als er maar weinig koekoeken voorkomen, stelt men vast dat de neiging om vreemde eieren te liquideren veel kleiner is. Het risico om de eigen eieren per ongeluk te vernielen is dan veel groter. Hoe meer de koekoekseieren lijken op die van de gasten, hoe gevaarlijker het is om eieren te verwijderen: de kans is immers groot dat het je eigen eieren zijn. Het vernietigen van verdachte eieren gebeurt soms heel subtiel: de gast maakt een klein gaatje in de eierschaal en stopt zo de ontwikkeling, maar van op enige afstand ziet het eruit alsof het ei intact is en dus is er geen neiging bij koekoeken om er nog eens een in te leggen.

    De koekoek heeft zich ook gespecialiseerd in het snel en onopgemerkt leggen van haar ei. De gasten zijn immers geen passieve slachtoffers, zij hebben er alle voordeel bij om parasieten te vermijden en hun eigen jongen groot te brengen. Als zij een koekoek betrappen, verjagen ze die en verwijderen eventueel ook het pas gelegde ei of vernielen het. Mannelijke koekoeken leiden daarom de gastouders soms weg van hun nest, om aan hun eigen vrouwtje de kans te geven stiekem haar ei te leggen. De gastsoort probeert dat dan weer te verhinderen door koekoeken in de buurt gezamenlijk te verjagen: een hele vlucht van een geparasiteerde soort valt de koekoeken in het broedgebied aan en verhindert hen zo om toe te slaan.

    Een van de meest verrassende aspecten van deze evolutionaire strijd tussen de koekoek en de vogels die hij parasiteert, is het zogenaamde maffiagedrag. Er zijn vogelsoorten die alle koekoekseieren erkennen en ze systematisch verwijderen. Men heeft kunnen vaststellen dat de koekoek in dat geval wraak neemt en het hele nest van het gastgezin vernietigt, jongen inbegrepen. De gast heeft dan de keuze: ofwel het koekoeksei mee uitbroeden en het jong voeden, vaak ten koste van een groot deel of zelfs de totaliteit van het eigen broedsel, ofwel het koekoeksei verwerpen en zijn hele nest en jongen verliezen in de wraakneming door de koekoek. Ook hier speelt het evolutionair principe: vogels maken dergelijke keuzes niet bewust; het zijn in dit geval die exemplaren die door hun genetische aanleg geneigd zijn om niet alle indringers te vernietigen, of daartoe ongeschikt zijn, die de grootste kans hebben op nakomelingen.

    We hebben kunnen vaststellen dat het gedrag van de koekoek en de interactie met zijn ‘slachtoffers’ veel complexer is dan we denken.

    Ik wil je ten slotte graag uitnodigen voor een interessant gedachte-experiment, een denkoefening. Herlees de tekst nu eens, en overal waar koekoek staat, lees dan ‘de mens’, of vul zelf een naam in…


    Categorie:natuur
    23-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrede

    En vrede op aarde aan mensen van goede wil (Lukas 2,14)

    Europa is altijd al het toneel geweest van oorlogen. Mijn ouders hebben beide wereldoorlogen meegemaakt. Ik heb het geluk dat ik in januari 1946 als hun jongste kind geboren ben, toen de Tweede wereldoorlog net voorbij was. Ik heb slechts de Koude oorlog gekend, en de vele gewapende conflicten, ook in Europa, maar niet in West-Europa, niet hier bij ons. Ik heb geen legerdienst moeten doen, enerzijds omdat mijn beide broers dat al gedaan hadden, en anderzijds omdat ik al voor mijn 24ste verjaardag vader geworden was. Ik heb alleen maar vrede gekend, en ik ben een overtuigd pacifist. Voor mij is er nooit een goede reden om oorlog te voeren of geweld te gebruiken, om principiële, emotionele en praktische redenen. Principieel omdat de wet van de sterkste in tegenspraak is met onze menselijke redelijkheid, en met de drie grote beginselen van vrijheid, gelijkheid en medemenselijkheid. Emotioneel, omdat alle geweld me zodanig aangrijpt dat ik letterlijk en figuurlijk mijn evenwicht verlies. Praktisch, omdat geweld nooit iets oplost, en veel leed en vernieling veroorzaakt.

    Dat er conflicten zijn in de wereld is niet verwonderlijk, mensen zijn het zelden over alles eens. Maar aangezien geweld nooit een oplossing is, en integendeel de conflicten nog erger maakt, en onvermijdelijk slachtoffers eist, moet men altijd naar vreedzame oplossingen zoeken. Dat betekent dat men met elkaar moet overleggen, en enkel geweldloze middelen mag aangrijpen als overleg niet baat.

    Dat lijkt allemaal evident, maar het houdt geen rekening met het feit dat geweld en onredelijkheid altijd mogelijk is, en in de praktijk zeer aanwezig is in de wereld. De ultieme vraag is dan: hoe gaan we om met onredelijkheid en geweld?

    Laten we beginnen met het gebruik van geweld in een democratische rechtsstaat. Daar is de regel dat enkel het staatsgezag gebruik mag maken van geweld, door specifieke, daartoe uitgekozen, goed opgeleide personen, in zeer uitzonderlijke gevallen die bij wet geregeld zijn. Maar ook die personen moeten dus eerst alle andere vreedzame middelen uitputten. Meestal volstaat de dreiging die uitgaat van politie en van rechtsvervolging om gewelddadige overtredingen van de wet te verhinderen. We zien echter dat vooral in stedelijke gebieden het wapengeweld door misdadigers toeneemt, niet zozeer bij overvallen, maar vooral in de context van de drugshandel, en ook, zij het meer uitzonderlijk, onder de vorm van religieus geïnspireerd terrorisme. Dat heeft geleid tot een uitbreiding en zwaardere bewapening van de ordediensten.

    In democratische rechtsstaten heeft het leger een streng beperkte rol. Het beschikt over veel en zware wapens, maar mag die niet inzetten tegen de burgers. Het leger is uitsluitend belast met de landsverdediging. Het is een uitbreiding van de bescherming van de burgers, maar dan tegen buitenlands geweld. De integriteit van het territorium wordt gezien als een absolute waarde, die koste wat kost gevrijwaard moet worden. Men vergeet daarbij al te gemakkelijk hoe relatief, hoe kunstmatig en hoe recent grenzen vaak zijn,

    In beide gevallen gaat men ervan uit dat geweld mogelijk is, en in de realiteit ook voorkomt. Dat is een voorwaar geen loze veronderstelling. Men gaat er verder ook van uit dat in bepaalde gevallen geweld enkel met geweld kan beëindigd worden, en dat is een onbewezen stelling. De enige goede oorlog is een oorlog om de oorlog te beëindigen, zegt men. Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur: oorlog moet zo ondernomen worden dat enkel vrede nagestreefd blijkt (Cicero).  Dat was de leuze in de WO1, en het is ook het argument dat men altijd aanvoert in verband met WO2. Moest men Hitler laten begaan? Was er een andere manier om een einde te maken aan het Nazisme dan een totale oorlog? De dood van 55 miljoen mensen, van wie de helft burgers, is voorwaar een niet te veronachtzamen gegeven als we het over wereldvrede hebben. Oorlog gaat over vernietiging van mensen, middelen, bezittingen, ideeën, cultuur, beschaving, of al wat men met oorlog bedoelt te beschermen. Wegens de ongeziene vernietiging lijkt het ten minste aangewezen hoe dan ook oorlog te vermijden, zelfs als men aangevallen wordt. Het is immers zeker dat er minder slachtoffers zullen vallen als men zich niet gewapenderhand verzet. Vrede is beter dan de meest zogenaamd gerechtvaardigde oorlog.

    Moet men zich dan weerloos laten overmeesteren door lieden die wel gebruik maken van geweld?

    In de rechtsstaat kunnen we als individu rekenen op de bescherming van de wet en de politie. Dezelfde regeling geldt voor staten onder elkaar: er zijn internationale wetten, en er is het leger als laatste redmiddel. Er is echter een structureel verschil tussen de individuele bescherming en die van een land. Het geweld dat uitzonderlijk gebruikt wordt tegen individuele interne belagers is beperkt, en veroorzaakt ten hoogste geringe collaterale schade. Oorlog, het gebruik van geweld tussen legers, is onvergelijkbaar veel uitgebreider en intenser, en veroorzaakt enorme schade op alle mogelijke gebied.

    Dat komt vooral door de middelen die ingezet worden, en dat is een afweging die altijd moet gemaakt worden. Men moet altijd het grootst mogelijke effect beogen met zo weinig mogelijk middelen, aangezien de noden zeer verscheiden en groot zijn, en de middelen altijd beperkt, en altijd veel inspanningen vragen. Dat is zo voor de beteugeling van individueel geweld: hoeveel moet de rechtsstaat investeren in de bescherming van de burgers tegen misdadig geweld, vooral in politie? Dat is zeker zo voor de landsverdediging: de kost daarvan is altijd torenhoog, terwijl het gevaar niet altijd reëel is, en de uitkomst onvoorspelbaar. Wij leven hier al tachtig jaar in vrede, en beschouwen dat stilaan als de normale toestand, er zijn nog maar weinig mensen die iets anders gekend hebben. Vandaar dat we steeds minder geïnvesteerd hebben in het leger.

    Sommigen willen ons doen geloven dat die vrede gebouwd is op onderlinge afschrikking van vooral de USA en de USSR, nu Rusland, met nucleaire wapens. Dat is een vreemde redenering. Ze heeft geleid tot een waanzinnige wapenwedloop, om toch maar de grootste, krachtigste, snelste en meeste massavernietigingswapens te hebben. Dat is een eindeloze strijd die niemand kan winnen, en de kosten zijn zo fenomenaal, dat de beschikbare middelen niet volstaan. Dus begon men in onderlinge afspraak het aantal van dergelijke wapens wederzijds te beperken en te verminderen. In feite had men daarmee kunnen doorgaan tot het nulpunt: zolang beide partijen over dezelfde mogelijkheden beschikken, is de wederzijds afschrikking even groot. Het is pure waanzin om massaal te investeren in apocalyptische wapens die men nooit kan gebruiken, enkel en alleen om elkaar af te schrikken.

    De ware reden voor onze langdurige vrede moet veeleer gezocht worden in een veranderde mentaliteit na de verschrikkingen van de beide wereldoorlogen. Wie wou, met die gruwel vers in het geheugen, een nieuw dergelijk conflict beginnen? En de vrede bracht, in scherpe tegenstelling met de oorlog, ongeziene algemene welstand met zich mee, die niemand graag weer wou verliezen. Oorlog werd nu gezien als een aberratie, als een onheil, als onredelijk, als onmenselijk.

    Er waren ook na 1945 nog altijd gewapende conflicten in de wereld, ook in Europa, maar niet zo grootschalig en langdurig als daarvoor. Die probeerden we op te lossen met overleg, met vredesmissies en -troepen, maar helaas ook met militaire steun aan elk van de betrokken partijen. Er zijn dus nog altijd mensen die niet terugschrikken om oorlogsgeweld te gebruiken, hetzij om andere landen of bevolkingsgroepen aan te vallen, hetzij om zich tegen dergelijke aanvallen te verdedigen.

    Het conflict tussen Rusland en Oekraïne is een van de gevolgen van de ineenstorting van de USSR in 1991, na de val van de Berlijnse muur in 1989 en de hereniging van Duitsland, die kort daarop volgde. In 1991 stemde Oekraïne massaal voor afscheiding van de Sovjet-Unie, en in 2013 opteerde het Oekraïense parlement voor toenadering tot de Europese Unie, terwijl de president veeleer voor Rusland koos. Dat leidde tot een revolutie, en tot de annexatie door Rusland van de Krim en delen van Oost-Oekraïne (de Donbas) door Rusland. In de Donbas ontstond er een gewapend conflict tussen Russisch-gezinde Oekraïners, gesteund door Rusland, en het Oekraïense leger, gesteund door Oekraïense milities. In februari 2022 probeerde Rusland een einde te maken aan het conflict met een gewapende inval in Oekraïne. Sindsdien woedt daar een regelrechte oorlog, waarin het Westen Oekraïne steunt en massaal van wapens voorziet, zowel om zich te verdedigen als om het betwiste gebied te heroveren, maar ook steeds meer ook om Rusland aan te vallen. Het Westen legt Rusland sinds 2014 zware economische sancties op, waarop Rusland met eigen sancties reageerde. Sindsdien is er weer een koude oorlog tussen beide blokken.

    Dat alles was voor veel mensen in het Westen een wake-up call. Men werd wakker geschud uit de illusie dat de vrede in Europa van blijvende aard was, en dat niets die kon bedreigen. Een verdere expansie van Rusland, een herstel van de invloedssfeer van de USSR wordt mogelijk en zelfs waarschijnlijk geacht, en gevreesd. Dat zou een bedreiging zijn voor de vroegere lidstaten van de USSR die zich afgescheiden hebben, en voor de Baltische staten die door de USSR bezet waren, en voor Duitsland en uiteindelijk ook voor andere West-Europese landen. De politieke reacties zorgden voor een aanzienlijke verhoging van de militaire uitgaven, en een toenemende invloed van de NATO. Ook onder de bevolking werd die vrees voor een Russische inval aangewakkerd, en was er ruime steun voor Oekraïne en voor zijn militair verzet tegen Rusland. Men dacht weer in termen van de dominotheorie uit 1954: als Oekraïne zou vallen, zouden andere landen volgen.

    Ik heb mij van meet af aan uitgesproken tegen het oorlogsgeweld, en ook tegen alle militaire steun aan Oekraïne, en gepleit voor een vreedzame oplossing van het conflict, en voor de normalisering van de betrekkingen met Rusland op grond van wederzijdse erkenning van het recht op zelfbeschikking. Het is waar dat Rusland onder Poetin, zoals de Sovjet-Unie onder zijn voorgangers, een imperialistische politiek voert, maar dat kan men evengoed van de USA en China zeggen. Dat is allemaal betreurenswaardig, nutteloos en zelfs schadelijk. Als men alle militaire en destabiliserende uitgaven van de hele wereld zou aanwenden voor het verbeteren van het lot van de mensheid, zou dat voor miljarden mensen een levensreddende revolutie zijn, en voor iedereen het begin van een nieuwe wereld. Dat is zo evident, dat men zich noodzakelijkerwijs moet afvragen waarom we dat niet doen. Vrede op aarde, peace in our time is wat iedereen wil, toch? Pax tecum, sjalom, salaam aleikum, peace be with you, vrede zij met u.

    Vrede op aarde is wat de engelen zongen boven de kribbe waarin de pasgeboren Jezus lag, de Zoon Gods. Er is evenwel enige discussie over die tekst. In het Grieks staat er: δόξα ἐν ὑψίστοις θεῷ καὶ ἐπὶ γῆς εἰρήνη ἐν ἀνθρώποις εὐδοκίας, in het Latijn vertaald als gloria in excelsis (of altissimis) deo et in terra pax hominibus bonae voluntatis. De discussie gaat over εὐδοκίας en bonae voluntatis (overigens een ietwat vreemde grammaticale constructie in beide talen). De vredesboodschap of -wens van de engelen is gericht tot de mensen van goede wil, zo vertaalde men vroeger die woorden. Nu zegt men dat het gaat om de mensen in wie God zijn welbehagen heeft. Dat verschil wordt veroorzaakt door de interpretatie die men geeft aan die goedwilligheid. Is dat de goede wil van de mensen? Of die van God? εὐδοκία komt uitsluitend in het Bijbels Grieks voor, en altijd in verband met God. Het ziet er dus naar uit dat de meer recente vertaling de juiste is. Maar wat betekent ze dan? Waarom verkondigen de engelen vrede op aarde aan mensen die God welgevallig zijn, of die hij liefheeft, of tegenover wie hij welwillend staat? Wat moet men doen om God te behagen? Hem eer betuigen? Dat sluit inderdaad aan bij de rest van de tekst van het Gloria, en bij het eerste deel van de zin bij Lucas, namelijk ‘Glorie aan God in den hoge’. Ook daar gaat het om God, en God heeft enkel de mensen lief die hem eren en prijzen, en alleen hun wordt vrede toegewenst of beloofd. In die zin past de tekst van die zeer oude hymne perfect in de godsdienst, waar God alles betekent, en de mens voor alles volledig van hem afhankelijk is. Alleen God kan vrede schenken. ‘Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.’ (Joh. 14, 27).

    De andere uitleg, namelijk dat vrede toekomt, of toegewenst wordt aan mensen die van goede wil zijn, lijkt veel evidenter, en dus veel aannemelijker. Als, en alleen als iedereen van goede wil is, kan er vrede heersen. Dat kan iedereen begrijpen, ook zonder God, ook zonder de Christus, ook zonder engelen, ook zonder Kerk. En dat is wat waarvoor ik pleit. Het volstaat dat men van goede wil is, dat men niet kwaadwillig of boosaardig is, opdat er vrede zou heersen. Er moeten niet meer wapens zijn, maar meer mensen van goede wil.

    Beschuldig ik dan Poetin van kwade wil, is hij de immorele misdadiger waarvoor hij nu doorgaat (terwijl hij dat vroeger duidelijk niet was, en denk aan de Olympische winterspelen in Sotsji, in 2014, nota bene)? Ja, dat doe ik, maar niet omdat hij zo nodig Rusland weer groot wil maken (MRGA?), maar wegens de gewelddadige middelen die hij gebruikt. En tezelfdertijd beschuldig ik iedereen die zich uitspreekt voor de een militaire oplossing van het oorlogsconflict in Oekraïne en van alle andere gewelddadige conflicten waar ook ter wereld, en zelfs wie pleit voor bewapening en verhoogde militaire uitgaven, en al wie andere mensen als te bestrijden vijanden beschouwt. Er is geen enkele reden, principieel, emotioneel of praktisch, die geweld verantwoordt. En er is niets dat niet vreedzaam kan opgelost worden, althans als er goede wil is.

    Vandaag is er een militair opbod aan de gang. Men bereidt zich voor op oorlog, zogezegd omdat men vrede wil. Si vis pacem para bellum. Die uitdrukking, die teruggaat op een onbelangrijke, verwarde verzameling, waarschijnlijk van rond het jaar 400, van allerlei teksten over militaire aangelegenheden, van een obscure Romein, Vegetius, van wie we overigens niets weten. Als gezagsargument is de spreuk dus waardeloos. Er zijn overigens heel wat zinvollere varianten: si vis bellum, para pacem: als je oorlog wil gaan voeren, bereid dan de vrede voor; si vis pacem, para pactum: als je oorlog wil gaan voeren, bereid je dan voor op een verdrag; si vis pacem, para iustitiam: als je vrede wil, zorg voor rechtvaardigheid; si vis pacem, para pacem: als je vrede wil, sluit dan vrede. Dat laatste is wat ons vandaag te doen staat: voor vrede zorgen, veeleer dan ons voorbereiden op oorlog. Want zoals uit de geschiedenis blijkt, is de voorbereiding op de oorlog zelf vaak de aanleiding voor oorlog. Wat als een legitieme reactie op een al dan niet reële dreiging geldt voor de ene, is voor de andere een onverantwoorde en onaanvaardbare provocatie. Als men beschikt over enorme wapenarsenalen en een groot leger, is trouwens de verleiding onvermijdelijk om daarvan gebruik te maken. Er zijn een twintigtal kleinere landen en ministaatjes die geen staand leger hebben; we kunnen er zeker van zijn dat die althans geen wereldbrand zullen veroorzaken. Als die er komt zal een machtige militaire staat daartoe overgaan, hetzij door eerst zogenaamd preventief aan te vallen, tenzij om een aanval te weerstaan of te bestraffen.

    Laten we ten slotte de Cubacrisis van oktober 1962 indachtig zijn. Door de escalatie van de nucleaire wapenopbouw kwamen de USA en de USSR oog in oog te staan, maar dankzij intens schriftelijk overleg tussen Kennedy en Chroesjtsjov werd een open conflict vermeden door wederzijdse toegevingen over de afbouw van tegen elkaar opgestelde kernraketten. Een dergelijk overleg kost niets. Het alternatief kon toen, en kan ook nu weer het einde betekenen van de beschaafde wereld.

    Si vis pacem, para pacem. Et in terra pax hominibus bonae voluntatis.

     


    Categorie:samenleving


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!